Home

Bastion le Roi

Website over het voormalige weeshuis aan de Hooftskade in Den Haag

jhr. Gerrit Lodewijk Henrik Hooft

Wie was Gerrit Hooft?

De Hooftskade (gelegen aan de Zuid Singelgracht) is in 1866 vernoemd naar jhr.mr. Gerrit Lodewijk Hendrik Hooft (1779-1872), van 1811-1813 lid van de Municipale raad van Den Haag, maire van Loosduinen in 1813 en president van het voorlopig bestuur aldaar van 1813 tot 1817. Van 1822 tot 1826 was hij lid van de Raad van Den Haag en van 1826 tot 1843 wethouder aldaar. In de jaren 1843-1858 was hij vervolgens burgemeester van Den Haag. Daarnaast was hij in 1848 lid van de Tweede Kamer en in de jaren 1837-1853 Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Delfland.

(jhr.mr. Gerrit Hooft op oudere leeftijd)

Behalve de Hooftskade is ook de Burgemeester Hooftstraat in het Haagse stadsdeel Loosduinen naar hem vernoemd. Het besluit tot het toekennen van laatstgenoemde straatnaam was in 1923 een van de laatste daden van het College van burgemeester en wethouders van de toenmalige gemeente Loosduinen. De volgende dag was de samenvoeging met Den Haag een feit en behoorde Loosduinen als zelfstandige entiteit tot het verleden. Omdat sinds 1866 ook de Hooftskade naar Hooft vernoemd was (en bleef) doet zich daarmee het opmerkelijke feit voor dat burgemeester Hooft met twee Haagse straatnamen herdacht wordt.

Bewegende beelden!

In het filmarchief van de Gemeente Den Haag is een film van ca. 35 minuten aanwezig over het dagelijkse leven in het weeshuis. In beeld komen de (laatste) directeur en diens echtgenote, de regenten van de Diaconie en diverse wezen.

De film (zonder geluid helaas) is gemaakt in 1942, derhalve kort voor de gedwongen sluiting op bevel van de bezetter. Het is niet duidelijk wat de aanleiding voor de film is geweest: mogelijk hing de komende maatregel van de Duitsers al in de lucht en wilde men toch graag een en ander vastleggen voor het nageslacht.

De film lijkt door een professionele filmer vervaardigd te zijn: de cameravoering is redelijk stabiel, sommige ontmoetingen zijn duidelijk geënsceneerd en er zijn heldere tussentitels tussen de fragmenten.

De film is hier te bekijken.

Gezicht op Boekhorstbrug (1980)

Open Monumentendag 2022 groot succes

Traditioneel doen de bewoners van Bastion le Roi – eens in de vijf jaar -mee met Open Monumentendag en dat betekende dat ook dit jaar de mogelijkheid bestond om de monumentale hal en de binnentuin van het complex te bezoeken.

Er zijn in totaal zo’n 200 bezoekers geweest. Bewoners gaven rondleidingen en in de binnentuin was een tent geplaatst waar meer informatie en koffie en thee kon worden verkregen.

Meer informatie over de landelijke organisatie is hier te vinden.

Boekje over monument en weeshuis

Ter gelegenheid van Open Monumentendag heeft een aantal bewoners een boekje uitgegeven met interessante feiten en getuigenverslagen uit de geschiedenis van het weeshuis.

155 jaar Hervormd Diaconieweeshuis Den Haag 1867-2022

Dit boekje is hier beschikbaar als pdf.

Schilderwijk bewoners tours

Open Monumentendag gemist dit jaar en toch nieuwsgierig naar de binnentuin en het verhaal van het weeshuis? Kijk dan eens hier voor andere mogelijkheden om eens een kijkje te komen nemen.

Aan de Zuid Singelgracht, waar drie Haagse buurten samenkomen

De Boekhorstbrug, die schuin tegenover het weeshuis ligt en de Boekhorststraat en Koningstraat met elkaar verbindt, vorm als het ware een drielandenpunt. Midden op de brug grenzen het Oude Centrum, de Stationsbuurt en de Schilderswijk aan elkaar. Bovendien markeert de gracht die door deze brug wordt overspannen de grens tussen het Middeleeuwse Den Haag en de uitbreiding van de stad in de 19de eeuw met de komst van de spoorwegen en de aanleg van station Hollands Spoor. Het weeshuis ligt daarmee op een van de boeiendste knooppunten van de stad.

Zie ook deze link.

Het “Zweedse Huis” aan het Spui, van 1660 tot 1867 de locatie van het diaconie weeshuis
Litho n.a.v. opening weeshuis in 1867

Geschiedenis van het weeshuis

Het 200-jarig bestaan in 1860 van het Diaconie weeshuis aan het Spui werd aangegrepen om het oude weeshuis (het “Zweedse huis”) grondig te herstellen. Een commissie werd in het leven geroepen om de mogelijkheden van renovatie te onderzoeken. Deze kwam echter tot de conclusie dat het gebouw aan het Spui, dat al verscheidene keren was uitgebreid en verbouwd om het groeiende aantal wezen te kunnen huisvesten, totaal ongeschikt was geworden om nog langer als weeshuis te fungeren. Men adviseerde een nieuw weeshuis te bouwen op een locatie buiten het centrum vanwege de grootschaligheid van het project. Er moest plaats zijn voor 350 wezen: 140 jongens, 140 meisjes en 70 kleine kinderen. De keus voor de locatie viel op een stuk weiland aan de buitenzijde van de Singel omdat er aan het Om en Bij en aan de Hooftskade reeds een aantal woningen, een bakkerij en het oude mannen- en vrouwenhuis in eigendom waren van de Hervormde Diaconie. Na een mislukte samenwerking met de architect K.H. van Brederode en een teleurstellende prijsvraag wordt uiteindelijk in februari 1862 Elie Saraber uitgenodigd een ontwerp te maken.

Op 5 november 1867 werd het weeshuis gewijd en betrokken de kinderen het gebouw. Die dag was een feestelijke dag met een uitgebreid programma. Om negen uur in de ochtend vertrokken ongeveer 300 wezen vanuit het weeshuis aan het Spui naar de Willemskerk aan de Nassaulaan (een manege die door Saraber in 1854 tot kerk werd verbouwd) voor een feestelijke kerkdienst. Vervolgens vertrokken de kinderen naar het nieuwe weeshuis aan de Hooftskade alwaar een aantal sprekers hen in de catechisatiezaal welkom heetten en er een lied werd gezongen dat speciaal voor de gelegenheid was geschreven en gecomponeerd. Na het avondmaal kwam er nog een goochelaar het publiek vermaken. De kinderen gingen om tien uur, na koffie en brood naar hun nieuwe slaapzalen. Met nog een feestelijk middagmaal de volgende dag was het weeshuis officieel in gebruik genomen.

Dan begint het dagelijkse leven van de wezen in het Diaconie-weeshuis. De kinderen gingen overdag naar de weeshuisschool en daarna konden zij, afhankelijk van het geslacht, gaan spelen of schoonmaken. Het huishouden van het weeshuis werd uitgevoerd door de meisjes. De kleinste kinderen werden ingezet voor het schoonmaken van het gebouw. Na beëindiging van de lagere school leren de meisjes naaien en breien. Alle kleding van de wezen werd toentertijd in het weeshuis zelf geproduceerd. Ook werd er kleding op bestelling gemaakt. Daarnaast moesten de meisjes strijken, bedden opmaken, stoppen en voor de kleinere kinderen zorgen. Alleen koken werd door het personeel gedaan hoewel de meisjes wel werden ingezet voor aardappels schillen en groenten schoonmaken (als die er al waren).

De jongens hadden een gemakkelijker leven totdat ze de lagere school hadden afgemaakt. Dan moesten zij in dienst bij een leermeester om een ambacht te leren. Zij werkten dan de hele dag buiten de deur voor een baas en leverden hun weekloon in bij het weeshuis. Maar in ieder geval konden zij naar buiten in tegenstelling tot de meisjes die alleen op zondag naar buiten mochten om naar huis te gaan. De rest van de dagen moesten zij binnen de muren van het weeshuis brengen.

Het dieet bestond uit rogge- en tarwebrood uit de diaconale bakkerij verderop en verder vooral bonen, aardappels en gort, vandaar de bijnaam Gortpaleis. Vlees kwam er nauwelijks op tafel en verse groenten waren al helemaal een uitzondering. Voornamelijk werd er melk en karnemelk gedronken. Alleen op feestdagen en jubilea was er meestal wel iets extra’s zoals een gebakje of een tulband. Eenmaal zelfs een flesje limonade. Het jubileumjaar 1917 verschafte een echte feestmaaltijd: vooraf soep, kalfsvlees met aardappelen en prinsessenbonen als hoofdgerecht en een dessert met pudding, fruit en gebak. Het bestuur bestond uit regenten en regentessen, de zogenaamde buitenvaders en -moeders, die eindverantwoordelijk waren voor de gang van zaken. De alledaagse directie werd gevoerd door de binnenvader en -moeder. Het laatste directeursechtpaar, meneer en mevrouw Wiersma, zorgden voor vele positieve veranderingen. Zo werd de weeshuiskleding afgeschaft en werd kleding op maat besteld die de kinderen zelf mochten uitzoeken. De schooljongens moesten nu ook meer gaan helpen in het huishouden hoewel de meeste taken nog steeds door de meisjes werden gedaan.

Tot en met het begin van de oorlog bleef het weeshuis in gebruik. Aan het begin van de oorlog zijn er nog naarstig woon- en slaapvertrekken in de kelders gebouwd als schuilkelders. De grotere meisjes kregen elk één kleuter aangewezen die ze in veiligheid moesten brengen bij alarm. Een groep van 25 jongens was brandwacht. Uiteindelijk werd het gebouw op 1 maart 1942 gevorderd door de Rijksgebouwendienst die er de Rijks Recherche Centrale in vestigde. De wezen werden verspreid en kwamen uiteindelijk na de oorlog in een aantal villa’s in Scheveningen terecht. De grote jongens verhuisden naar kasteel De Binckhorst. Ze keerden niet meer terug naar het weeshuis aan de Hooftskade.

In de oorlog kwam er een officieel huurcontract tot stand tussen de Hervormde gemeente en de Rijksgebouwendienst. Dat contract liep na de oorlog gewoon door. Wellicht dat mede hierdoor het weeshuis niet meer als zodanig werd gebruikt. Tot 1990 bleef het gebouw in gebruik als kantoor en fungeerde voortdurend als tijdelijke huisvesting voor vele verschillende rijksdiensten. De laatste dienst die er was gevestigd was de dienst Getijdenwateren van Rijkswaterstaat. Deze dienst huisde het commandocentrum in geval van een watersnood. Ook werden de verwachte waterstanden hiervandaan gemeld en werd er hier vandaan eventueel besloten tot extra dijkbewaking. Deze belangrijke functies zorgde ervoor dat het weeshuis in de beginjaren 80 van de 20e eeuw nogmaals grondig werden verbouwd om de beveiliging van het pand te optimaliseren. In 1989 vertrok ook deze dienst uit het pand en was de huur opgezegd.

Een tijd lang heeft men moeten leuren met het pand om uiteindelijk in projectontwikkelaar Onniré een koper te vinden die het pand op 22 december 1989 overneemt. In de maanden daarop wordt een ambitieus plan gemaakt om rond de 90 appartementen te bouwen in het voormalige weeshuis. Het architectenbureau Rappange, dat ervaring heeft met grootschalige renovaties, wordt ingehuurd om het plan te maken, de uitvoering ligt bij Dickhoff Bouw uit Rotterdam. Begin 1991 wordt gestart met de eerste sloopwerkzaamheden en in 1992 is het gebouw opgeleverd. Er zijn nu 85 appartementen in het voormalige weeshuis gerealiseerd en daarmee is het Diaconie-weeshuis der Nederduitsche Hervormde Gemeente, dat inmiddels tot rijksmonument is benoemd, bewaard voor de toekomst.

Zie voor een verdere, uitgebreide omschrijving deze link.

De minimis non curat Praetor

Spreuk op zonnewijzer in binnentuin

Deze website wordt onderhouden door Machiel de Vries (jurist, 1966), woonachtig in het Bastion le Roi en lid van het bestuur van de VvE.

Deze website en de daarin opgenomen blogs zijn uitsluitend op persoonlijke titel door de auteur geschreven. Alle rechten zijn voorbehouden.

Over ons

Het Bastion le Roi is een voormalig weeshuis van de Diakonie van de Hervormde Gemeente in Den Haag, gevestigd aan de Zuid Singelgracht (de Hooftskade) in 1867. Het weeshuis is in dit gebouw gevestigd geweest tot 1942. Daarna zijn er diverse rijksdiensten ondergebracht, tot het begin van de jaren ’90, toen het gebouw de status van rijksmonument verkreeg. Sinds 1992 bestaat het gebouw uit 85 koopappartementen. Het gebouw en de appartementen zijn niet toegankelijk voor het publiek, de prachtige binnentuin van het complex is uitsluitend toegankelijk tijdens openmonumentendag.

Meer over ons

Neem contact op

Andere manieren om contact op te nemen

Adres (let op: het complex is niet vrij toegankelijk)

Hooftskade 1 t/m 85
2526 KA Den Haag

Route en kaart